Les 1: Inleiding
Download hier de PDF
van de digitale presentatie
Against the Clock
In de serie "Against the Clock" worden muzikanten uitgedaagd om in 10 minuten tijd een muziekstuk te creëren. De Utrechtse trompettist/componist Colin (Kyteman) Benders maakt in 10 minuten 'real time' ook werkelijk een compositie van 10 minuten. Hij gebruikt daar zijn 'modulaire synthesizer' bij: een elektronische klankgenerator zonder toetsenbord. Gedurende de compositie zijn de elementen ritme, melodie, harmonie en klankkleur goed te isoleren. De teksten in beeld helpen daarbij.
Inhoud en vorm
In de eerste les luisterden we naar de eerste symfonie van Brahms, en de vijfde symfonie van Beethoven.
In de introductie van Brahms hoorden we hoe harmonische spanning gecreëerd werd door verschillende bewegingen te laten plaatsvinden: de lage strijkers houden samen met de pauken één toon aan, terwijl daarboven de houtblazers een stijgende melodie inzetten, waartegen de koperblazers juist een dalende lijn blazen. De spanning (dissonanten) lopen zo op dat je een climax voelt aankomen: een consonant akkoord waar ook voor het eerst een andere bastoon te horen is. Het is het einde van de eerste 'frase', maar meteen het begin van de volgende.
Bij Beethovens beroemde vijfde symfonie analyseren we de vorm van de compositie, die niet los te denken is van ritme, melodie, harmonie en instrumentatie (klankkleur). Het beroemde eerste motief is éénstemmig, dus enkel een melodie met (natuurlijk) een ritme. Maar doordat Beethoven het op twee toonhoogtes introduceert, maakt hij meteen de toonsoort hoorbaar. Vervolgens blijft het motief op vele manieren het 'materiaal' waarmee hij de symfonie opbouwt en doorontwikkelt. Probeer het korte thema (slechts 4 noten) overal te ontdekken, als een puzzel.
Hieronder kun je de beide symfonieën beluisteren.
Luisteropdrachten
Deze luisteropdrachten zijn er om gericht naar de muzikale middelen te luisteren die in deze composities ingezet zijn door de componist. De vragen die je jezelf daarbij kunt stellen heb je gekregen in de cursus.
In het cursusboek kun je de antwoorden invullen.
Fragment #1:
Johann Sebastian Bach (1685 – 1750)
Prélude in C gr.t. uit
‘Das Wohltemperierte Klavier, boek I’ BWV 846 (1722)
Fragment #2:
Maurice Ravel (1875 – 1937)
Pavane pour une infante défunte (1899/1910)
Fragment #3:
Igor Stravinsky (1882 – 1971)
Pater Noster (1926)
Fragment #4:
Ludwig van Beethoven (1770 – 1827)
Uit Symfonie nr. 7 in A gr.t. Op. 92, deel II: ‘Allegretto’ (1812)
Fragment #5:
Sergei Prokofiev (1891 – 1953)
Uit vioolconcert nr. 2 in G kl.t. Op. 63,
deel II ‘Andante assai’ (1935)
Fragment #6:
Athur Honegger (1892 – 1955)
Danse de la chêvre (1921)